Een recente uitspraak laat goed zien hoe belangrijk het is om heldere afspraken te maken in contracten over intellectuele eigendom. In dit geval ging het om het auteursrecht op foto’s en het toegestane gebruik daarvan. Na het sluiten van een koopovereenkomst ontstond er discussie over de manier waarop de koper foto’s mocht gebruiken. Idealiter levert een koopcontract of licentie geen voer voor juridische discussie op, maar is die juist klip en klaar.
In deze zaak had de eiser (naam niet bekend gemaakt in het vonnis) zijn aandelen in een fotostudio verkocht aan de gedaagde, die de studio onder een nieuwe eigen naam voortzette. In het koopcontract stonden óók bepalingen over het aan gedaagde – de koper dus – toegestane gebruik van de foto’s van eiser.
Hiermee bevatte het koopcontract over de aandelen dus ook elementen van een licentieovereenkomst ten aanzien van foto’s. Die zijn over het algemeen beschermd door het auteursrecht en dat werd in dit geval niet overgedragen aan de koper.
Bepaalde foto’s, ‘vrij werk’ en foto’s met een duidelijk karakter van de eiser, mochten niet voor commerciële doeleinden worden gebruikt door de gedaagde (koper). Foto’s die niet in deze categorieën vallen mochten wél worden gebruikt.
De gedaagde gebruikte foto’s van eiser op haar nieuwe website – wat overduidelijk commercieel gebruik is. Dat laatste staat overigens ook niet ter discussie tussen partijen. Beide partijen waren het er verder óók over eens dat het hier ging om foto’s die niet onder de ‘vrije werken’ vielen en die dus ook niet het ‘karakter’ van de eiser hadden. Duidelijke zaak dus, zou je zeggen: op basis van het koopcontract zou het de gedaagde toegestaan moeten zijn om de foto’s te gebruiken zoals hij deed.
Uitleg – wat was de bedoeling van partijen?
Toch maakte de eiser bezwaar. Verderop in de koopovereenkomst stond namelijk nog een ándere bepaling: voor het gebruik van ‘opnames van al het werk’ van eiser moet altijd toestemming van de eiser worden verkregen. Dat was hier niet gebeurd. Een tegenstrijdige bepaling dus, die voor de eiser voldoende aanleiding vormt om er een procedure aan te wagen.