Online marktplaatsen zijn een commerciële thuishaven voor handelaren in inbreuk makende “merkartikelen”. Op platforms als Amazon, Marktplaats en Ebay wemelt het van de laaggeprijsde zogenaamde merkproducten – die in werkelijkheid namaakproducten zijn. Dat de aanbieder en verkoper van namaakartikelen merkinbreuk pleegt staat buiten kijf; in een procedure tegen zo’n partij staat de merkhouder dus heel sterk. Maar valt het betreffende platform ook juridische verwijten te maken? Is die ook aansprakelijk voor de merkinbreuk? De Haagse rechtbank oordeelde hierover in een procedure die Audi en Volkswagen tegen marktplaats Fruugo hadden aangespannen.
Merkinbreuk?
De houder van een merkregistratie kan onder meer bezwaar maken tegen de verhandeling van goederen onder zijn merk die niet van hemzelf afkomstig zijn of die niet met zijn toestemming zijn vervaardigd; dit soort producten geldt immers als namaakproducten en daarmee als merkinbreuk. Het is dus logisch dat je als merkhouder de handelaar van dit soort producten tot de orde kunt roepen. Door ook marktplaatsen zoals Amazon en Ebay, als verzamelplaats voor inbreuk makende handelaren, aansprakelijk te stellen zou de merkhouder twee vliegen in één klap kunnen slaan. Maar hoe zit het met de aansprakelijkheid van dit soort platforms?
Marktplaats aansprakelijk?
In de merkenwetgeving is geregeld dat de merkhouder kan optreden tegen ongeautoriseerd “gebruik” van zijn merk. Dat het aanbrengen van een merk op producten en weergave in advertenties onder gebruik valt, is duidelijk. Maar deze handelingen gebeuren door de handelaar zelf, niet de marktplaats.
Eerder al wees het Europese Hof van Justitie (HvJEU) een belangrijk arrest over merkinbreuk en de rol van een marktplaats, destijds Amazon. Is die rol beperkt tot een marktplaats, of verkoopt de marktplaats zelf ook producten aan consumenten?
Volgens het HvJEU veronderstelt “gebruik” van een merk, waartegen je als merkhouder bezwaar kunt maken, een directe of indirecte controle over de handeling; want door die controle kun je ook besluiten om het gebruik te staken of bijvoorbeeld een gerechtelijk verbod na te leven. Daarnaast betekent “gebruik” óók dat het om eigen commerciële communicatie moet gaan (anders dan bijvoorbeeld de aanbieder van advertentiediensten, die géén controle heeft over wat zijn adverteerders doen).