Schending licentieovereenkomst door onvolledige royalty’s

Platenmaatschappij Sony Music Nederland heeft een rechtszaak verloren die door artiest Mr. Probz was aangespannen. Mr. Probz vond namelijk dat er het een en ander schortte aan de kant van Sony: er was, kort gezegd, veel te weinig aan royalty’s afgedragen en Sony had ook nagelaten om SENA-gelden te incasseren voor naburige rechten. Een conflict over de uitleg van het contract dat de partijen hadden getekend volgde. De uitspraak van de voorzieningenrechter van de rechtbank Amsterdam laat goed zien hoe nauw de verplichtingen op het gebied van royaltyafdracht luisteren en hoe zwaar de gekozen bewoording van een contract weegt.

Licentie op naburige rechten van Mr. Probz

Over naburige rechten wordt niet heel vaak geprocedeerd. Des te interessanter dus als er weer een uitspraak voorbijkomt. Wat was er gebeurd?

In 2013 Mr. Probz had met platenmaatschappij Sony een wereldwijde licentieovereenkomst gesloten voor de exploitatie van de bekende hit Waves en de (minstens net zo succesvolle) remix daarvan van Robin Schultz. Als gevolg van de licentieovereenkomst had Sony het recht gekregen om Waves (inclusief de remix) te exploiteren, oftewel te verkopen, zowel digitaal als op fysieke dragers (zoals cd’s). Daarnaast was het volgens de overeenkomst aan Sony om de naburige rechtenvergoedingen voor Mr. Probz incasseren bij SENA (en vergelijkbare organisaties elders in de wereld) voor uitzendingen van Waves.

Het stond Sony daarbij vrij om sublicenties te verlenen, bijvoorbeeld om de verkoop in andere delen van de wereld door andere platenmaatschappijen, zoals het aan Sony gerelateerde Ultra Records, mogelijk te maken.

In de overeenkomst was door partijen bepaald dat Sony at source moest afrekenen, wat erop neerkomt dat Sony over al het bronmateriaal omtrent de verkopen moet beschikken – dus ook bronmateriaal van sublicentienemers – om correcte afrekeningen te kunnen maken en controleren.

Later, in 2014, hadden Mr. Probz en Sony nog een addendum (oftewel aanvulling op de oude overeenkomst) getekend waarin sliding scales waren vastgelegd: op basis daarvan werden de royaltypercentages in het voordeel van Mr. Probz verhoogd, naarmate de verkoopaantallen stegen. Zaak dus om accurate en adequate afrekeningen op te stellen, zodat kan worden vastgesteld welke bedragen verschuldigd zijn aan Mr. Probz.

Onjuiste royalty afrekeningen

Vier jaar later lagen de verhoudingen heel anders en uiteindelijk, in 2020, stonden Mr. Probz en Sony recht tegenover elkaar in de rechtszaal. Redenen:

  • Sony kon geen brongegevens verstekken met betrekking tot de verkopen door sublicentienemer Ultra Records;
  • Sony had de sliding scales niet toegepast, en dus te weinig aan royalty’s afgedragen;
  • Sony had geheel nagelaten om SENA-gelden te innen voor naburige rechten; en
  • Sony had over tijdvakken in 2018 en 2019 helemaal geen of geen juiste en volledige opgave gedaan van verkopen, waardoor te weinig aan royalty’s was afgedragen.

Als gevolg van dit alles had Mr. Probz de overeenkomsten buitengerechtelijk ontbonden, maar ook daarna bleef Sony nog doorgaan met de exploitatie van Waves. Al met al genoeg stof voor discussie bij de rechter.

At source zware verplichting

Over de brongegevens is de rechter glashelder: Sony is als licentienemer verantwoordelijk voor het verstrekken van die brongegevens en voor het (kunnen) controleren daarvan, ook als het niet Sony zelf, maar een sublicentienemer is die feitelijk de verkoop heeft verricht.

Als een dochtermaatschappij of andere sublicentienemer om de een of andere reden niet meewerkt, heeft Sony daarmee nog steeds geen excuus om zelf in gebreke te blijven. Sony moet dus linksom of rechtsom zorgen voor een juiste en gedetailleerde verantwoording van de verkopen. Dat betekent praktisch gezien dat zij als platenmaatschappij dus ook in verregaande mate toezicht moet hebben op haar sublicentienemers, of eventueel zelf naar de rechter moet stappen om een sublicentienemer in het gareel te houden.

Alleen al doordat Sony niet aan deze verplichting voldeed was de buitengerechtelijke ontbinding van de overeenkomsten door Mr. Probz terecht, en was er dus na die ontbinding geen sprake meer van een licentieovereenkomst. Daardoor maakte Sony inbreuk op de naburige rechten van Mr. Probz, door ook ná de ontbinding van de overeenkomsten nog door te gaan met de exploitatie van Waves. Zonder die overeenkomst had Sony immers geen toestemming meer om Waves te exploiteren.

Te laat betalen: schending overeenkomst

Op grond van de licentieovereenkomsten had er over elk halfjaar opgave moeten worden gedaan van de verkopen en hadden de royalty’s moeten worden afgerekend. Sony is daarin tekortgeschoten door ofwel niet volledig ofwel niet op tijd opgave te doen en af te rekenen.

De stelling van Sony dat zij pas later inkomsten van sublicentienemers heeft ontvangen en dus niet eerder kón betalen mocht haar niet baten: zij heeft als contractspartij zelfstandig de verplichting op zich genomen om tijdig opgaaf te doen en te betalen. Dat betekent dat Sony desnoods maar moet voorschieten; de artiest (licentiegever) hoeft in zo’n situatie dus niet te dulden dat royalty’s onbetaald blijven.

Ook hier geldt: de letter van het contract is duidelijk. Er zijn concrete afspraken gemaakt over afrekeningen en daar kan Sony aan gehouden worden.

Controle door accountant

In opdracht van Mr. Probz heeft een accountant de boeken van Sony gecontroleerd om vast te stellen of er voldoende aan royalty’s was afgedragen. Maar ook de accountant kon de boel niet op juistheid toetsen, omdat Sony weigerde gegevens van onder meer Ultra Records aan te leveren. De rechter oordeelt dat Sony ook op dit punt over de brug moet komen: zij moet de accountant toegang verschaffen tot alle benodigde (bron)gegevens, zodat de opgave van royalty’s op juistheid kan worden gecontroleerd.

Licentienemer mag aan de bak

Binnen de muziekindustrie komt dit soort conflicten veel voor, met name conflicten over onvolledige royalty statements. Deze uitspraak laat zien dat de financiële verantwoording een serieuze verplichting is en dat een al te lakse licentienemer kan worden afgestraft. Dit kan, behalve voor een “gewone” licentieovereenkomst, net zo makkelijk gelden voor een platen- of titelcontract of publishing deal. De licentienemer mag dus aan de bak, want het zal niet altijd eenvoudig zijn om grip te krijgen op informatie die van derden (zoals sublicentienemers) afkomstig is.

Met een uitspraak als deze wordt de positie van de artiest steviger: het laat zien dat een licentienemer, als het om de financiële kant van de zaak gaat, een zware verplichting op zich neemt, waar de licentiegever hem op kan afrekenen. En dat het loont om, als dat echt nodig is, te procederen.

Vragen over een licentieovereenkomst? Aan het onderhandelen over een managementovereenkomst of publishing deal? Laat goed naar de kleine lettertjes kijken om latere teleurstellingen te voorkomen. Neem gerust contact op om te sparren.