EU-modellenrecht vernieuwd: wat ontwerpers en ondernemers moeten weten

Het EU-modellenrecht is toe aan hervorming. Na jaren van voorbereiding heeft de Europese Unie een reeks wijzigingen goedgekeurd die het modellenrecht toekomstbestendiger moeten maken. De wijzigingen hebben gevolgen voor ontwerpers, ondernemers en bedrijven die hun productvormgeving willen beschermen. In deze blog een overzicht van de belangrijkste wijzigingen. Wat verandert er en vooral wat betekent dit concreet voor de praktijk?

Waarom eigenlijk nieuw modellenrecht?

De huidige regelgeving over modellen (vormgeving van producten) in de EU bestaat alweer zo’n 23 jaar. Met een steeds grotere rol voor het internet en de opkomst van de digitale economie ligt het voor de hand dat de wetgeving een flinke update krijgt. Die update is onder meer vastgelegd in de Verordening van de EU nr. 2024/2822.

De basis blijft hetzelfde

Hoewel de regels worden gemoderniseerd, blijven de basisbeginselen van het modellenrecht grotendeels intact. Het modellenrecht beschermt nog steeds het uiterlijk van een product of een onderdeel daarvan – denk aan de vorm, lijnen, kleuren, textuur en versieringen. Die bescherming geldt alleen voor zover het ontwerp nieuw is en een eigen karakter heeft. Dat blijft de basis. Ook blijft de maximale beschermingsduur van 25 jaar gehandhaafd (waarbij de modelregistratie dan steeds elke vijf jaar tijdig moeten worden verlengd). Modelregistratie blijft relatief laagdrempelig: het EUIPO toetst nieuwe modelaanvragen niet inhoudelijk op geldigheid. Hiermee blijft het modellenrecht dus een mooie tool voor ontwerpers en het bedrijfsleven om productvormgeving te beschermen.

Wat zijn de belangrijkste wijzigingen?

Een aantal belangrijke wijzigingen voor de praktijk op een rij:

Aanduiding Ⓓ‑symbool

In de wet wordt nu erkend dat een modelhouder hetⒹ‑symbool kan gebruiken om aan derden kenbaar te maken dat een product als EU-model geregistreerd is. Het registratienummer kan dan achter het symbool worden vermeld, bijvoorbeeld: “This design 12345-0001”.

Digitale modellen nu ook beschermd

Tot nu toe bood het modellenrecht bescherming aan het uiterlijk van fysieke producten. Die beperking wordt losgelaten. Een model wordt nu gedefinieerd als “het uiterlijk van een voortbrengsel, ongeacht of het in een fysiek object is vormgegeven of in niet-fysieke vorm wordt verwezenlijkt”. Hieronder vallen ook digitale objecten, die nu dus ook als model geclaimd kunnen worden. Denk aan virtuele producten in games, 3D-bestanden of ontwerpen die uitsluitend in een virtuele omgeving bestaan, zoals in de metaverse (denk aan NFT’s).

Moderne weergavevormen in het modellenregister

De verruiming van het begrip ‘model’ heeft ook gevolgen voor de manier waarop een model in het register kan worden weergegeven. In de herziene bepalingen staat dat een reproductie van een model “statisch, dynamisch of geanimeerd” mag zijn, en dat deze tot stand kan komen “met elk passend middel”. Denk hierbij aan tekeningen, foto’s, video’s, computerbeelden of 3D-modellering. Registratie wordt dus flexibeler en sluit beter aan op de praktijk van ontwerpers en digitale makers.

Uitbreiding van de beschermingsomvang

Deze digitale vernieuwing heeft ook effect op de omvang van de modelbescherming. De modelhouder mag zich vanaf nu ook verzetten tegen “het creëren, downloaden, kopiëren en delen of verspreiden onder anderen van een drager waarop of software waarin het model is vastgelegd”. Deze bepaling gaat vooral over het gebruik van software voor 3D-printen, waarbij een digitaal model kan worden gebruikt om een inbreukmakend product te printen. Daarmee sluit het modellenrecht nu beter aan op moderne productietechnieken.

Inbreukmakende modellen in transit

Ook de bepaling over transitgoederen is nieuw binnen het modellenrecht. Dit betekent dat modelhouders ook kunnen optreden tegen inbreukmakende producten die zich enkel in transit (achter de douane) bevinden binnen de EU, ook al zijn ze bestemd voor buiten de EU-markt. Met deze uitbreiding wordt het modellenrecht gelijkgetrokken met het merkenrecht, waarin al sinds een paar jaar het recht bestaat om op te treden tegen inbreukproducten die in transit zijn.

Invoering van de reparatieclausule

Een andere belangrijke verandering is de introductie van de reparatieclausule. Dit is lang onderwerp geweest van debat en houdt kort gezegd in dat modelbescherming niet kan worden ingeroepen door de modelhouder tegen vervangende reparatieonderdelen van andere producenten voor een zogeheten “complex product” (auto’s, stofzuiger, . Dit is vooral interessant in de auto-industrie en andere markten waarin er veel belang is bij (goedkopere) reserveonderdelen van andere producenten.

Jouw model ook goed beschermd?

Het modellenrecht is hiermee flink up-to-date gebracht, met name doordat er nu meer oog is voor nieuwe (digitale) ontwikkelingen in de markt. En door de reparatieclausule is er meer concurrentie mogelijk in de markt voor reparatieonderdelen, op zich een goede zaak.

Deze veranderingen bieden kansen, maar kunnen ook vragen oproepen. Heb jij een ontwerp dat je wilt beschermen? Of word je beticht van modelinbreuk? Neem gerust contact met me op – ik help je graag verder met praktisch en strategisch advies.